Hieronder staat informatie over benodigdheden en het badminton spel beknopt weergegeven.
Klik hier voor het volledige spelregeldocument.
Racket
Ten eerste heb je natuurlijk een badmintonracket nodig. Laat je adviseren door een trainer, ervaren spelers of een winkelier wat betreft bespanning, gripdikte, prijs en merk.
Sportkleren
T-shirt, short, sokken en schoenen zijn genoeg om te spelen. Een trainingspak is prettig en verstandig bij het inspelen en na het spelen. Schoenen dienen geschikt te zijn voor zaalsport. Dat wil zeggen: licht en veerkrachtig, met goede steun, een goed profiel en lichtgekleurde zool.
Shuttles
Badminton speel je met nylon shuttles of met veren shuttles wanneer je meer gevorderd bent. Orbit 2001 stelt nylon shuttles shuttles beschikbaar aan haar leden.
Speelveld
Het veld is 13,40 meter lang en 6,10 meter breed. Het net is bij de palen 155 cm hoog. De binnenste zijlijnen zijn voor het enkelspel. Bij dubbelspel gebruik je het hele veld.
Spelsoorten
Badminton kent vijf spelsoorten: mannenenkelspel, vrouwenenkelspel, mannendubbelspel, vrouwendubbelspel en
gemengddubbelspel.
Service
Een service is goed als:
- deze onderhands geslagen wordt
- deze diagonaal in het juiste speelvak wordt gespeeld; bij het enkelspel loopt dit vak tot de achterlijn, bij het dubbelspel is het servicevak korter (de gekleurde vakken in de tekening hierboven geven de serveervakken bij het dubbelspel aan)
- de serveerder niet op of tegen de lijnen staat
- de serveerder met beide voeten op de grond staat
Iedere speler heeft één servicebeurt. In één servicebeurt kunnen géén of meer punten gescoord worden.
Als je een fout maakt, gaat de service naar de tegenstander en deze krijgt een punt.
Bij een even stand wordt vanuit het rechter vak geserveerd. Bij een oneven stand uit het linker.
Er wordt alleen van serveervak gewisseld als je zelf (of je partner) een punt maakt.
Telling
Er wordt gespeeld op basis van het rally-point systeem . Een game gaat tot 21 punten. Er moet worden gewonnen met een verschil van 2 punten. Als een speler of team de 21 punten bereikt terwijl de tegenstander er 20 heeft, gaat het spel door tot er 2 punten verschil zijn of tot een van beiden 30 punten gehaald heeft.
Je scoort een punt als …
– als je de shuttle in het speelveld van de tegenstander op de grond slaat;
– als de tegenstander de shuttle in het net, onder het net, tegen het plafond of zijmuren of buiten jouw speelveld slaat;
– als de tegenstander de shuttle slaat voordat deze over het net is;
– als de tegenstander de shuttle twee maal achter elkaar raakt.
Je krijgt een punt tegen als …
– als de shuttle binnen je speelveld op de grond valt;
– als de shuttle tijdens de service, buiten het juiste serveervak van je tegenstander valt;
– als je in het net slaat;
– als je de shuttle twee maal achter elkaar raakt.
Let
Let betekent dat de rally opnieuw moet worden gespeeld. Je speelt bijvoorbeeld een let als het onduidelijk was of de shuttle in of buiten het veld viel of wanneer bijvoorbeeld de shuttle van anderen in jouw veld valt.